Met wiens auteursrechten krijg ik te maken als ik zelf een video maak?
Als je zelf een originele video maakt, krijg je als maker het auteursrecht daarop. Dit recht hangt samen met de creativiteit die je daarbij aanwendt, denk aan het bedenken en schrijven van een scenario, het regisseren van de video en/of het als cameraman maken van de opnamen.
Maar je kunt de video ook maken samen met anderen, die ook creatieve bijdragen leveren en dus ook auteursrecht op de video hebben. Daarnaast kent de wet bij video(film)s ook de producent; dat is degene die het financiële risico draagt van de productie van de (video)film en die meewerkenden heeft geregeld.
Als de video door een persoon op eigen kosten wordt gemaakt, is die naast de maker tegelijkertijd ook de producent. Zijn er meer meewerkenden, dan regelt de Auteurswet dat alle exploitatierechten op de video automatisch toekomen aan de producent, tenzij hij met de meewerkenden schriftelijk een andere regeling heeft gesloten. Dit betekent dat als een ander de rechten voor het gebruik van de video wil regelen, hij daarvoor slechts bij één partij hoeft aan te kloppen.
Heb je de video gemaakt in het kader van je dienstverband of heeft je werkgever je hier speciaal opdracht voor gegeven, dan komt het auteursrecht op de video in beginsel toe aan de werkgever, de onderwijsinstelling. Heb je de leiding over het maken van de opnamen en lever je daarmee ook een creatieve bijdrage, dan kun je worden beschouwd als de (hoofd)regisseur. Je krijgt te maken met rechten van anderen als er meer mensen aan de video meewerken, dan wel erin meespelen en ook als je (delen van) andermans opnamen in de video wil opnemen.